Woordenschat groep 5: serie B oefening 2
Met de fakkel bedoelen we...
- de stok die aan één kant brandt
- de gasvlam in het fornuis
- het lampje in de koelkast
- de warmte die van de kachel afkomt
Met het fonds bedoelen we...
- het geld dat voor een bepaald doel bestemd is
- de pot geneesmiddelen
- heel zachte veertjes
- de map waarin je losse blaadjes kunt bewaren
Met de garderobe bedoelen we...
- de bewaarplaats voor jassen, bijv. in een discotheek
- de lijfwacht
- het keukengereedschap waarmee je slagroom kunt kloppen
- de overval
Met de gerst bedoelen we...
- een bepaald graansoort
- een bepaald soort drank
- de grappenmakerij
- de voorstelling die je in je hoofd van iets hebt
Met de harlekijn bedoelen we...
- een soort clown met een belletjesmuts
- harde muziek met gierende gitaren
- de leider van een orkest
- de afgrond
Met de harpoen bedoelen we...
- de pijl die aan een lijn vastzit
- een bepaald soort snaarinstrument
- de manier waarop je je hoort te gedragen
- de plaats aan het water waar schepen aan kunnen leggen
Met de imker bedoelen we...
- de bijenhouder
- de chirurg
- de garagehouder
- de acteur in een enge film
Met de intercity bedoelen we...
- de sneltrein die alleen in steden stopt
- de eigen manier waarop jij iets uitlegt
- de school waar leerlingen ook wonen
- de verjaardagstraktatie
Met het jacht bedoelen we...
- de plezierboot
- het braden van gevangen wild
- een Amerikaans roofdier met een gevlekte vacht
- de koning met zijn volgelingen
Met het jodium bedoelen we...
- de stof om wonden schoon te maken
- het joodse volk
- het tijdperk
- het gebouw waar men samenkomt om naar een sportwedstrijd te kijken