Woordenschat groep 5: serie B oefening 1
Welk begrip hoort er niet bij?
de radio - de kaars - de lamp - de fakkel
- de radio
- de kaars
- de lamp
- de fakkel
Welk begrip hoort er niet bij?
het spaarvarken - het fonds - de kassa - de legkip
- de legkip
- het spaarvarken
- het fonds
- de kassa
Welk begrip hoort er niet bij?
de garderobe - de kapstok - de kledingkast - de wasmachine
- de wasmachine
- de garderobe
- de kapstok
- de kledingkast
Welk begrip hoort er niet bij?
de tarwe - de gerst - het brood - de rogge
- het brood
- de gerst
- de tarwe
- de rogge
Welk begrip hoort er niet bij?
de harlekijn - de komiek - de zanger - de clown
- de zanger
- de komiek
- de harlekijn
- de clown
Welk begrip hoort er niet bij?
het orgel - de harpoen - de piano - de klarinet
- de harpoen
- het orgel
- de piano
- de klarinet
Welk begrip hoort er niet bij?
de sluipwesp - de honingraat - de bijenkast - de imker
- de sluipwesp
- de honingraat
- de bijenkast
- de imker
Welk begrip hoort er niet bij?
de helicopter - de intercity - de trolleybus - de personenauto
- de helicopter
- de intercity
- de trolleybus
- de personenauto
Welk begrip hoort er niet bij?
het jacht - de jager - de vossenklem - het geweer
- het jacht
- de jager
- de vossenklem
- het geweer
Welk begrip hoort er niet bij?
de appelsap - de hechting - de pleister - het jodium
- de appelsap
- de pleister
- de hechting
- het jodium